Ook uit een recente beschikking van Rechtbank Gelderland blijkt maar weer dat er meerdere risico’s kleven aan een slapend dienstverband. In dit blog leggen we kort uit wat een slapend dienstverband is en welke risico’s daarmee samenhangen.
De zieke werknemer
Wettelijk behouden zieke werknemers in beginsel 104 weken recht op loondoorbetaling. Synchroon aan deze termijn loopt de wachttijd voor een WIA-uitkering. Zowel de loondoorbetalingsplicht bij ziekte als de wachttijd van 104 weken kan worden verlengd met maximaal 52 weken indien het UWV oordeelt dat onvoldoende herplaatsingsinspanningen zijn verricht. Na afloop van de 104 weken vervalt dus in beginsel de loondoorbetalingsplicht en heeft een zieke werknemer in beginsel recht op een WIA-uitkering.
Slapend dienstverband
Ondanks dat een zieke werknemer na 104 weken geen recht meer heeft op loon, loopt zijn dienstverband door. Er is dan sprake van een zogenaamd ‘slapend dienstverband’. Veelal lieten werkgevers een dienstverband bewust slapend (zelfs als er geen uitzicht op herstel was) omdat de werknemer enkel bij beëindigingaanspraak maakte op de transitievergoeding.
Sinds april 2020 kunnen werkgevers op grond van de Regeling compensatie transitievergoeding (‘Compensatieregeling’) bij het UWV compensatie vragen voor de transitievergoeding die zij betalen na langdurige ziekte. Werkgevers ervoeren het namelijk als oneerlijk dat zij, na 104 weken loondoorbetaling en re-integratie inspanningen, ook nog een transitievergoeding moesten betalen. Nu werkgevers werden gecompenseerd voor de transitievergoeding oordeelde de Hoge Raad in 2022 in zijn Xella-arrestdat een werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden kan zijn een voorstel van een werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de transitievergoeding te accepteren.
Op grond van de Compensatieregeling is de compensatie gemaximaliseerd op de hoogte van de vergoeding tot het moment dat de arbeidsovereenkomst kon worden beëindigd (in beginsel de periode van 104 weken). Kiest de werkgever ervoor het dienstverband te laten slapen, dan loopt hij het risico bij beëindiging niet te worden gecompenseerd voor het meerdere. De transitievergoeding neemt immers toe naarmate het dienstverband langer duurt.
Strijd met Europees recht
Rechtbank Gelderland heeft nu geoordeeld dat een werknemer met een slapend dienstverband, naast de transitievergoeding, ook aanspraak kon maken op opgebouwde vakantie-uren in de periode van het slapende dienstverband. Een werknemer bouwt volgens de wet vakantie-uren op over de periode waarop hij recht op loon heeft. De kantonrechter oordeelde dat dit in strijd is met Europees recht, waaruit namelijk volgt dat zieke werknemers over de gehele ziekteperiode (dus niet beperkt tot de eerste 104 weken) vakantie-uren opbouwen, ongeacht of zij arbeid verrichten en ongeacht of zij recht op loon hebben.
Kortom, deze recente uitspraak maakt het nog onaantrekkelijker voor werkgevers om een dienstverband van een zieke werknemer na 104 weken slapend te houden.
Overigens ligt er een wetsvoorstel om de Compensatieregeling te beperken tot ‘kleine werkgevers’ (< 25 werknemers). Door de kabinetsperikelen is echter onduidelijk of en wanneer dit voorstel het tot wet schopt. De Raad van State heeft op 17 september 2025 de regering geadviseerd (klik hier) de verplichte transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid te schrappen en zo de Compensatieregeling in haar geheel overbodig te maken. Vooralsnog blijft alles dus bij het oude en doen werkgevers er goed aan in het zicht van het einde van de periode van 104 weken na te gaan of zij het dienstverband al dan niet beëindigen.
Uitspraak: Rb. Gelderland 12 augustus 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:7054